Het project is pas vier maanden geleden van start gegaan, en de eerste resultaten zijn reeds binnen. We kwamen allemaal samen in Zaragoza (Spanje) om de antwoorden van de deelnemers aan de vragenlijst te bespreken. Dit zijn de belangrijkste inzichten:
-
Respondenten waren over het algemeen hoog opgeleid.
-
Respondenten erkennen dat klimaatverandering een belangrijk probleem is, maar ze beschouwen het eerder als een ver-van-mijn bed show, die weinig impact heeft op het eigen leven. De Belgische respondenten vormden hierbij een uitzondering op de regel: klimaatverandering is voor hen zowel nationaal als globaal het belangrijkste probleem.
-
De belangrijkste bronnen van informatie zijn internet en TV/radio. Uit de focusgroepen en interviews blijkt wel dat de overvloed van informatie en de (schijnbare) tegenstrijdigheid voor verwarring zorgen. Dit blijkt ook uit het kennisniveau van de respondenten: ze hebben het moeilijk de echte en valse oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering te onderscheiden, en zien niet steeds het verschil tussen klimaatverandering en andere milieuproblematieken. Ook Belgische respondenten hebben het hier moeilijk mee, al doen ze het wel beter dan de andere landen: gemiddeld scoren ze bijna 10% hoger op kennis.
-
Alle respondenten, ook de Belgen, zien wetenschappers vooral als betrouwbare bron van informatie (in tegenstelling tot de media en politici), maar verwachten van hen geen mirakeloplossingen. De meningen over wie de leiding moet nemen in het gevecht tegen de klimaatverandering zijn verdeeld. Voor de Belgische respondenten ligt de bal in het kamp van de internationale overheden (EU, UN) en de industrie. De nationale overheid komt op de laatste plaats.
-
Hoewel respondenten zichzelf geen belangrijke rol toekennen in de strijd tegen de klimaatverandering, zijn ze zich er wel van bewust dat individuele inspanningen nodig (zullen) zijn. Het is voor alle respondenten, maar in het bijzonder voor de Belgen, daarbij zeer belangrijk dat iedereen zijn steentje bijdraagt.
-
De Belgen ondernemen gemiddeld een 10-tal acties "meestal" of "altijd", en zitten daarmee perfect op het Europese gemiddelde. Desondanks vinden ze van zichzelf vaker dat ze slechts weinig doen. Een ruime meerderheid van de respondenten zijn er zich van bewust dat ze meer zouden moeten doen, maar sociale druk, gebrek aan kennis, en financiële beperkingen houden hen tegen. Bovendien missen ze een kader vanuit de overheid. Belgen doen vaker dan gemiddeld ook aan activisme en sensibilisering.
-
Respondenten willen meer weten over klimaatverandering. Ze willen voornamelijk correcte informatie en concrete tips waarmee ze aan de slag kunnen. Aan achtergrondinformatie en statistieken hebben ze geen boodschap.
-
Respondenten zijn bereid om hun energieverbruik bij te houden om meer grip te krijgen op hun eigen gedrag.
-
Respondenten verkiezen actieve leervormen onder leiding van een instructeur.
-
In een educatieve website moeten volgende elementen aanwezig zijn: bronnen, tutorials, en een mentor. De inhoud moet correct zijn, en de site moet gebruiksvriendelijk, eenvoudig, en visueel aantrekkelijk zijn.
-
Een positieve boodschap is zeer belangrijk voor alle doelgroepen. Statistieken moeten worden beperkt tot een minimum, terwijl nationale voorbeelden de betrokkenheid kunnen verhogen.
E-modules in progress
Cardet ging meer in detail in op het ontwikkelingsproces van de e-modules, terwijl Skåne in een workshop toonde hoe de storyboards voor de modules kunnen worden bedacht. In totaal zullen drie moduletypes worden ontwikkeld:
- Leermodules:
- Introductie tot klimaatverandering (Exploradôme, Frankrijk)
- De ecologische voetafdruk (Technopolis®, België)
- Actiemodules:
- Transport (Sarga, Spanje)
- Huisvesting (WIN, Oostenrijk)
- Huishoudenergie (by Skåne, Zweden)
- Voeding en afval (INTEGRA, Slovenië)
- Shopping (CARDET, Cyprus)
- Algemene promotie module:
- Klimaatgeletterdheid promoten (DMSZS, Hongarije)
De deadline voor de go-live werd vastgelegd op 31 juli 2017. De mobiele app zal klaar zijn tegen 15 mei 2017.